Afgewezen worden is niet iets dat wij opzoeken, als mens. Dat zit ‘m in ons brein: prikkels die worden afgegeven bij afwijzing bevinden zich in onze hersenpan op dezelfde plek als waar je activiteit ziet wanneer je je kleine teen stoot. Of erger, op een legoblokje gaat staan.
Logisch gevolg: afwijzing ga je, net als legoblokjes, liever uit de weg. Nu is afwijzing als het goed is een belangrijk deel van ons vak als offerteschrijvers (want als je niet af en toe wordt afgewezen, dan is je prijs te laag). Maar vergis je niet: ook iemand die jou moet afwijzen, doet dat zelden voor z’n lol. Gezichtsverlies lijden is erg – iemand gezichtsverlies bezorgen is zeker voor empathische mensen een pittige opgave.
Je ziet het wel eens in een afwijzing terug: het lag niet aan jou, je was nét tweede geworden, het was een lastige keus, volgende keer beter. Het is bla om je het gevoel te geven dat het niet aan jou lag.
Wees je bewust van je angst voor afwijzing. Bedenk dan dat het uitstellen van wat je uit angst gaat doen – te laat nabellen, niet om de koop vragen – nooit de uitkomst verbetert. Wat je jezelf ook wijsmaakt.
En als die afwijzing dan komt, vat het niet te persoonlijk op. Schuif het afwijzingsgordijn dat je klant heeft opgetrokken eens opzij. Vraag door, zodat je erachter kan komen waarom het voorstel (niet jij, het voorstel) is afgewezen, zodat je daar weer van kunt leren. Zodat jij het voorstel de volgende keer niet wordt afgewezen.
Wat je doet, en wie je bent, zijn twee verschillende dingen.